Primair habitat van de geelbuikvuurpad (Bombina variegata) in de Ardèche en het Loiredal.

Dynamisch habitat

Zoals u op de pagina over het secundair habitat al heeft kunnen lezen, worden geelbuikvuurpadden in West-Europa bijna uitsluitend nog waargenomen in door mensen gecreërde landschapselementen.
Het oorspronkelijk (primair) habitat, dat ontstaat als gevolg van natuurlijke dynamiek, is in Frankrijk nog slechts aanwezig in een beperkt aantal ongerepte beekdalen.
Hier zorgen niet-gereguleerde beken met sterk fluctuerende waterstanden en stroomsnelheden voor een biotoop waar de geelbuikvuurpad zich thuisvoelt.

Op de rots- en steenachtige beekbodem blijven 's zomers als gevolg van het dalen van de waterstand vele kleine poeltjes over, sommige niet groter dan een soepbord.
Deze functioneren voor enkele maanden als ware mini-biotopen.
In het najaar stijgt het waterpeil weer.
De poeltjes worden dan door het wassende water schoongespoeld, en verdwijnen vervolgens onder de waterspiegel totdat de beken in de zomer weer gaan opdrogen.
Dit natuurlijk proces voltrekt zich al tienduizenden jaren achter elkaar, elk seizoen opnieuw.



Beekdal in de Ardèche, primaire habitat van de geelbuikvuurpad, september 2004.
Populaties

In de gebieden waar de beken hun natuurlijke dynamiek nog hebben, kunnen we grote lintvormige populaties van de geelbuik aantreffen, soms over afstanden van vele kilometers.
Hier kan de soort langdurig overleven omdat het ideale habitat door de beekdynamiek in stand gehouden wordt.
Dit in tegenstelling tot het veel gevoeliger secundaire habitat, dat een paar jaar geschikt is maar uiteindelijk door succesie weer verdwijnt.

Tot op heden is de primair habitat in Frankrijk helaas nog slechts bekend van 3 gebieden:
de oevers van het riviertje de Cure ("Parc regional du Morvan"), de bovenloop van de Loire en de beekdalen in het departement Ardèche.



Close-up van bovenstaande foto
Voortplanting

In het voortplantingsseizoen van de geelbuik, vanaf de late lente tot het einde van de zomer, zorgt het mozaïek aan plasjes op de deels opgedroogde beekbodem voor een ideale situatie voor de geelbuiken.
Concurrende soorten zijn afwezig (de poeltjes ontstaan pas als andere amfibieën zich al hebben voortgeplant), er zijn genoeg kiezelwieren en algen (belangrijkste voedsel voor de larven) en de zomerzon zorgt voor een relatief hoge watertemperatuur, iets waar geelbuikvuurpadlarven juist van houden.
Omdat in dit specifieke milieu uitdroging van de poeltjes een reëel gevaar vormt, hebben de paddelarven zich aangepast door zich veel sneller tot juveniel te ontwikkelen dan het geval is bij veel andere amfibiesoorten.



Voortplantingspoeltjes van de geelbuikvuurpad.


Rotsmassief langs de Loire, Primairhabitat van de geelbuikvuurpad, Goudet, juli 2007.


Vindplaats van geelbuikvuurpadlarven en volwassen dieren, Juli 2007.


Voortplantingspoeltje van de geelbuikvuurpad in rotspoelen, Juli 2007.


Voortplantingspoeltje van de geelbuikvuurpad.Juli 2007.
Nog veel te ontdekken!

Het zou interessant kunnen zijn om te bekijken welke grenzen of beperkingen geelbuikvuurpadden in het nog aanwezige primair habitat in Frankrijk ervaren.
De noord-zuid grenzen van het oorspronkelijke areaal, de invloed van veranderend klimaat en vooral ook het optreden van concurrentie (zie foto's hieronder van het habitat in de Anduze) zijn in Frankrijk nog nooit goed onderzocht.

Zo zijn talrijke zijbeekjes binnen het primair habitat in de Ardèche warm genoeg, maar wel overschaduwd door bomen.
Misschien bevinden zich hier nog plaatsen waar onbekende populaties van geelbuikvuurpadden voorkomen.
Ook is onduidelijk waar het areaal van de geelbuikvuurpad zuidelijk van de Ardèche ophoudt, en waarom daar.
Deze en nog vele andere vragen vragen om onderzoek. Helaas bevinden de gebieden met primair habitat zich te ver weg van mijn eigen onderzoeksregio om zelf intensief het veld in te gaan, maar wellicht dat ik via samenwerking met de Franse herpetologen terzijnertijd nog wel een bijdrage kan leveren.






In dit soort rotspoeltjes werden buiten geelbuikvuurpadden geen andere amfibiesoorten aangetroffen, Ardèche, september 2004.


Vergelijkbare habitat ongeveer 150 km. zuidelijker, hier ontbrak de geelbuikvuurpad. Voortplantingsplaats van vuursalamander (Salamandra salamandra)vinpootsalamander(Triturus helveticus), Iberische meerkikker(Rana perezi)en mediterane boomkikker(Hyla meridionalis)
Anduze, mei 1995.
Terug naar openingspagina geelbuikvuurpad.