Wonen tussen de geelbuikvuurpadden, situatie op Tigouleix

Om meer kennis te vergaren over de geelbuikvuurpad heb ik rondom mijn huis 11 kleine watertjes en 3 grotere poelen aangelegd.
9 van deze watertjes zijn speciaal aangelegd voor de geelbuikvuurpad, hierdoor heb ik de mogelijkheid om op elk moment van de dag of de nacht waarnemingen aan deze soort te doen. Alle gegevens worden zorgvuldig genoteerd.

De "semi kunstmatige" populatie geelbuikvuurpadden op Tigouleix is afkomstig van 2 wegkwijnende populaties in dit departement. Van deze locatie zijn gedurende 2 laar (1997 en 1998) larven overgezet die in hun oorspronkelijke habitat de metamorfose niet zouden halen, wegens uitdroging van hun voortplantingswater.

Gedurende 8 jaar beschrijf ik de ontwikkeling van mijn "prive populatie" wat een voor mij waardevolle bijdrage levert aan inzichten over deze soort. Qua natuurbeleid heeft deze uitzetting van geelbuikvuurpadden buiten hun natuurlijke verspreidingsgebied natuurlijk geen zin. Het lijkt op een egocentrische actie, wat het ook enigszins is, maar het dagelijks bestuderen van geelbuikvuurpadden op eigen terrein, heeft al vele nieuwe en onbekende feiten opgeleverd.



Mannetje vertoont "unkenreflex", Cour-et-Buis, Isère, Rhône-Alpes, mei 1984.
De hiermee opgedane kennis kan direct van toepassing zijn op het behoud van populaties in het noorden van de Creuse (o.a. Evaux).

Door op een kunstmatige manier een secundaire habitat bewust voor de geelbuikvuurpad te creeëren, zie ik mijn populatie jaar in jaar uit groeien, en merk ik dat geelbuikvuurpadden sterke voorkeur hebben voor bepaalde watertjes op mijn terrein. Het zou onmogelijk zijn om alle informatie die mij dit opleverd op deze site te zetten, maar in vogelvlucht staan de belangrijkste indrukken op deze pagina. Diepgaande informatie is ten alle tijden op te vragen of te lezen in de komende publikaties.


Aanleg van een karrespoorimmitatie lang de toegangsweg op een warme zuidhelling, Tigouleix 2003



Bij de aanleg is gebruik gemaakt van het millieuvriendelijke EPDM rubberfolie.



Over het rubberfolie wordt het uitgegraven leemhoudende zand gelegd.



Dit poeltje werd in april 2003 gemaakt, eieren van geelbuikvuurpadden werden er in mei 2003 aangetroffen





De poeltjes langs de weg onder aan de helling zijn in 2002 en 2003 aangelegd. Direct na de aanleg kwam het tot een massale voortplanting van de geelbuikvuurpad.

Voor 2002 vond de totale voortplanting van de geelbuikvuurpad plaats in hele kleine gemetselde waterbakjes die hiervoor werden aangelegd
Na de aanleg van de poeltjes langs de weg, trof ik nooit meer eieren aan in de kleine gemetselde bakjes.



Dit geultje van 3 x 0,5 meter werd eind mei 2002 gemaakt, op ongeveer 7 meter van het eerder genoemde "karrespoor" tijdens een snikhete dag.
In de direct eropvolgende nacht, werden er eieren afgezet door tenminste 3 vrouwtjes.
In augustus metamorfoseerde er ongeveer 300 jonge geelbuikvuurpadden!!!!!
Bij het aanleggen van poeltjes of waterbakjes kan ik rekening houden met factoren die voor de geelbuikvuurpad van belang zijn.
Zo kan ik onderhoud plegen, zodat poeltjes niet dichtgroeien, of kan ik eventuele predatoren (met name van de eieren en larven) in een vroeg stadium verwijderen.
Door deze ingrepen kan ik bereiken dat de geelbuikvuurpad zich vermeerdert, terwijl die van nature in dit soort habitat niet zou overleven. Het voordeel hiervan is dat ik in de afgelopen jaren veel nieuwe inzichten heb gekregen in de ecologie en het gedrag van geelbuikvuurpadden.

In 2005 heb ik een stukje van een zuidhelling afgegraven voor een nieuw watertje.
In dit uitgegraven stuk wordt in 2006 vlak voor het voortplantingsseizoen een stuk rubberfolie gelegd en wordt dit bedekt met leem en gevuld door regenwater (bijv. na een hevige onweersbui). Hiermee wil ik kijken hoe snel geelbuikvuurpadden nieuwe wateren gebruiken als voortplantingsplaats.

Aanleiding voor dit experiment was de plaatsing van onze septictank in mei 2005, er was een gat gegraven van 3 bij 3 meter en ongeveer 2,5 meter diep.
In dit gat stond na een paar dagen ongeveer 40 cm. water, de dag erna bevonden zich 4 geelbuikvuurpadden in het water, en lagen er eieren, de geelbuiken konden niet zelfstandig uit het pas gegraven gat komen.
Elke dag werden de geelbuiken uit het gat gehaald en ongeveer 40 meter verder in hun verblijfswatertjes gezet. Elke avond kwamen de geelbuiken terug, en vaak werden er weer eieren afgezet, die ook meteen verwijderd werden. Na 2 weken werd de septictank geplaatst, en het gat dichtgemaakt.
Het blijkt dat geelbuikvuurpadden razendsnel nieuwe wateren gebruiken, en ook naar deze plekken toe gaan, zelfs in droge warme nachten.



In dit uitgegraven stukje van een zuidhelling, wordt in het voorjaar van 2006 een klein modderpoeltje gemaakt.
Dit poeltje zal jaarlijks worden verplaatst om te kijken hoe snel geelbuikvuurpadden gebruik gaan maken van nieuwe voortplantingswateren.



Grote poel in mei 2004, voortplantingsplaats van o.a. marmersalamander en boomkikker, deze poel werd door geelbuikvuurpadden gemeden.


Grote poel in november 2005, tijdens het opschonen in september werden er op de kale vegetatieloze oevers regelmatig juveniele geelbuikvuurpadden aangetroffen.


Metamorfose van geelbuikvuurpadlarven in klein betonnen waterbakje, juli 2000, in het waterbakje (afmeting 50 x 20 cm.)metamorfoseerde ongeveer 80 geelbuikvuurpadden


Poel gelegen in de moestuin, massavoortplantingsplaats van de vroedmeesterpad (Alytes obstetricans), vanuit deze 100 meter verder gelegen poel roepen jaarlijks enkele geelbuikvuurpadden.
Tot ei-afzet is het echter nooit gekomen, of ze zijn direct opgegeten door de aanwezige watersalamanders of andere predatoren
Terug naar openingspagina geelbuikvuurpad.